ROBOROVSKI DWERGHAMSTER
De Roborovski Dwerghamster is de kleinste dwerghamstersoort met een lichaamslengte van 53 tot 81 mm. Hun staartlengte varieert van 7 tot 11 mm en hun oorlengte varieert van 10 tot 14 mm. Het is een een woestijnsoort. Ze zijn zelfs kleiner dan de Russische Dwerghamster en super snel! De Roborovski is tegenwoordig in verschillende kleuren gefokt en kan in principe samen gehouden worden met soortgenoten.
Herkomst van de Roborovski Dwerghamster
Van oorsprong komt de roborovski dwerghamster voor in de (half)woestijnen van Rusland, China, Manchuria en Mongolië. Hun natuurlijke omgeving bestaat uit woestijnen en semi-woestijnen met weinig plantgroei. Roborovski Dwerghamsters leven in groepsverband. De dieren kunnen goed tegen temperatuurwisselingen en hebben relatief weinig water nodig. Ze zijn niet goed bestand tegen extreme hitte waardoor ze in de woestijn overdag schuilen onder de grond en met name in de nacht actief zijn.
De Roborovski is in 1894 ontdekt door Lt Roborovski (in Nan Shan, een gebergte in het westen van China) en zijn door Satunin in 1903 voor het eerst beschreven in de literatuur. In de jaren ’60 zijn de eerste robbies naar Engeland geïmporteerd door de London Zoo en in de jaren ’70 heeft Moscow Zoo enkele exemplaren aangeschaft. Helaas hebben deze exemplaren nooit voor nageslacht gezorgd waardoor Engeland zijn huidige populatie te danken heeft aan het nageslacht uit Nederland welke in de jaren ’90 naar Engeland zijn geëxporteerd.
In 1982 zijn de eerste exemplaren vanuit Duitsland naar Nederland gebracht. Alhoewel deze hamstersoort al enkele decennia in Nederland aanwezig is, zijn ze voor menigeen onbekend. Belangrijke reden hiervoor is wellicht het karakter waardoor ze niet voor iedereen geschikt zijn en daardoor wellicht minder verkocht worden in dierenwinkels.
- Grootte: 5 – 7 cm
- Gewicht: 25 – 40 gram
- Levensduur: 2 – 3 jaar
- Aantal chromosomen: 34
- Draagtijd: 21 dagen
- Geslachtsrijp: vanaf 5 – 6 weken
De Roborovski Dwerghamsters graaft gangen in zachte zandduinen. Omdat het zand zo slap is moet de tunnel tot wel een meter diep de grond in gaan. De zandgronden van halfwoestijnen, steppen en graslanden hebben de voorkeur boven kleigronden. Toegang tot water is geen beperking voor deze hamsters. Ze worden aangetroffen in gebieden met een lage waterbeschikbaarheid, zoals seizoensgebonden uiterwaarden of bergdalen met bijbehorende lage ligging (maximale hoogte van 1450 meter). De semi-aride gebieden waar Roborovski’s woestijnhamsters gedijen, zijn onderworpen aan een continentaal klimaat met grote variatie in seizoens- en dagelijkse temperaturen. In de Alashan-woestijn van Mongolië is de gemiddelde jaarlijkse neerslag laag (variërend van 45 tot 215 mm per jaar). De gemiddelde jaartemperatuur is matig (8,3°C), maar extremen worden bereikt in januari (minimaal -35°C) en juli (maximaal 40°C). Er is ook variatie tussen de hoogste dag- en laagste nachttemperaturen; temperatuur binnen 24 uur kan variëren met 15°C of 20°C, vanwege de lage buffercapaciteit van schaarse vegetatie.
De fysiologische kenmerken van de Robo variëren per seizoen. Binnen een normaal omgevingstemperatuurbereik van 7°C tot 31°C is hun lichaamstemperatuur 35,7°C. Acclimatisatie aan winterse fotoperioden (daglengte) en temperaturen in september leidt tot een kleine daling van de lichaamstemperatuur (met 0,21°C, bij acclimatisatie tot 5°C).
Aan koude gewende dwerghamsters kunnen hun lichaamstemperatuur verder verlagen (met bijna 1°C) als reactie op koude nachten, maar dit vermogen is niet zichtbaar tijdens koude uren met zonlicht. Hun metabolisme fluctueert per seizoen, aangezien koude acclimatisatie gepaard gaat met een toename van het rustmetabolisme en thermogenese. De thermoneutrale zone van deze hamsters ligt tussen 28°C en 34°C. De hoogst gemeten thermoneutrale zone, van ongeveer 35°C, wordt overdag aangetroffen bij goed gevoede individuen. De stofwisselingssnelheid schommelt van 1,38 ml/zuurstof/uur tot wel 8,79 ml/zuurstof/uur tijdens thermogenese zonder rillingen. Het basaal metabolisme is 2,61 ml/zuurstof/uur. Hun lichaamsmassa fluctueert in de loop van het jaar en neemt af in september (tot een dieptepunt van ongeveer 19 g bij mannen; 17 g bij vrouwen), en neemt vervolgens toe in december om een piekmassa te bereiken in de late lente of vroege zomer (van ongeveer 27 g bij mannen; 21 g bij vrouwen). De lengte van het totale spijsverteringskanaal neemt toe tot 36,8% tijdens koude acclimatisatie.
Roborovski Dwerghamster samen houden
In gevangenschap worden Roborovski Dwerghamsters met name koppelsgewijs gehouden. De beste samenstelling hiervoor is man-vrouw alhoewel er dan natuurlijk wel jongen geboren zullen worden. In het wild zouden vrouwtjes maximaal 2-3 nesten krijgen, maar aangezien er de afgelopen decennia gericht mee gefokt is, kan dit momenteel wel oplopen tot 12-13 nesten achter elkaar. Als gevolg daarvan is het niet aan te bevelen ze permanent in man-vrouw koppels te houden.
Aangezien robbies zeer naar een soortgenootje toetrekken, worden ze vaak in man-man of vrouw-vrouw koppels gehouden. Deze samenstelling is daarentegen niet zonder gevaren. Het is altijd mogelijk dat een koppel ruzie krijgt en overgaat tot gevechten. Het is daarom belangrijk hiermee rekening te houden en indien nodig tijdig te acteren door ze uit elkaar te halen. De eerste wond zal vaak op het kontje zijn of net onder de staart. Controleer deze plek dus regelmatig!
Alhoewel er dus risico bestaat dat een koppel niet permanent samengehouden kan worden, heeft het houden in groepsverband wel de voorkeur als het gaat om het kunnen vertonen van sociaal groepsgedrag. Aangezien ze zeer zelfstandig zijn en niet erg naar mensen trekken, is het belangrijk dat ze interactie met een soortgenootje hebben. Bij een gevecht is het daarom ook altijd aan te raden om de beide Roborovski Dwerghamsters na genezing weer voorzichtig aan elkaar proberen te koppelen. In veel gevallen gaat dit goed en is de (her)koppeling geslaagd, mocht het na de tweede keer niet lukken dan raad ik af het nog een keer te proberen en de dieren te scheiden van elkaar.
Huisvesting van de Robo
Robbies kunnen het beste gehuisvest worden in een terrarium/aquarium. In verband met hun slechte gezichtsvermogen is het niet aan te raden ze in een traliekooi te huisvesten omdat ze daarin zeer slecht kunnen vallen. Minimale maat voor het grondoppervlak dient 70 cm x 50 cm (80 x 40 cm). Let wel dat hoe groter het verblijf hoe meer kans op territoriumdrift Indien het grondoppervlak groter wordt, is het risico op gevechten als gevolg van het afbakenen van een territorium groter. Al hoeft dit natuurlijk niet te betekenen dat het hierbij altijd fout gaat!
Belangrijk bij het inrichten van de bak is dat er bij een koppeltje altijd 2 radjes aanwezig moeten zijn en meerdere schuilplekken (huisjes, maar kan ook in de vorm van wc-rollen). Hele open ruimtes dienen zoveel mogelijk voorkomen te worden, aangezien ze elkaar hier gemakkelijk achterna kunnen gaan jagen. Wc-papier vinden ze fantastisch als nestmateriaal, dus hier zul je ze veel plezier mee doen.
Voeding van de Roborovski Dwerghamster
Er zijn op dit moment geen volledige voeders die specifiek afgestemd zijn op de Roborovski Dwerghamster. De specifieke voeding voor dwerghamsters in het algemeen is goed voor Roborovski Dwerghamsters. Het lijkt erop dat de Roborovski Dwerghamster een iets kleinere behoefte aan eiwitten heeft in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Russische Dwerghamster.
In het algemeen is een gemengde voeding het beste voor de dieren. Bij een gemengde voeding kunnen ze hun natuurlijke hamster gedrag vertonen door het voer te hamsteren en open te pellen. Hiervoor zijn de handjes nodig en enige coördinatie.
Tot slot moet de Roborovski Dwerghamster voeding kleinkorrelig zijn. Ik zie dat ze grotere stukken of pitten laten liggen omdat ze zich er geen raad mee weten.
Vachtverzorging van de Roborovski Dwerghamster
In het wild verzorgt de Roborovski dwerghamster zijn vacht door gebruik te maken van verschillende soorten materialen die beschikbaar zijn in zijn natuurlijke leefomgeving. In hun natuurlijke habitat, zoals de halfwoestijnen en droge graslanden van Centraal-Azië, hebben ze toegang tot verschillende materialen zoals zand, fijn grind, droge plantenmaterialen en stofdeeltjes.
Roborovski dwerghamsters gebruiken vaak fijn zand of zandachtige grond om hun vacht te reinigen en overtollig vet te absorberen. Ze rollen en graven zich in het zand, waardoor het zand door hun vacht kan gaan en overtollig vet en vuil kan opnemen. Dit helpt bij het handhaven van een schone en gezonde vacht.
Daarnaast kunnen ze ook gebruikmaken van droge plantenmaterialen zoals gras of hooi om hun vacht te verzorgen. Ze kunnen zich in deze materialen wrijven of erin nestelen om de vacht schoon te houden en eventuele klitten te verwijderen.
Het is belangrijk om te proberen de natuurlijke verzorgingsbehoeften van de Roborovski dwerghamster na te bootsen in gevangenschap. Het gebruik van geschikt badzand, zoals chinchillazand, kan helpen om het gedrag van het verzorgen van de vacht te stimuleren en een gezonde vachtconditie te behouden.
Roborovski Dwerghamster Karakter
De Roborovski Dwerghamster is de kleinste dwerghamster die als huisdier wordt gehouden. Mede door zijn formaat is hij sneller en moeilijker te hanteren dan andere hamstersoorten. Oppakken vinden ze over het algemeen eng waardoor ze zullen proberen te vluchten. Het oerinstinct als prooidier is nog duidelijk te merken. Indien een Roborovski Dwerghamster op de hand zit en een andere hand erboven wordt gehouden, zal hij wegvluchten. Het is dan ook aan te bevelen roborovski’s nooit op te pakken zonder een bak eronder te houden. Mede gezien hun slechte zicht, kunnen ze bij paniek slecht terecht komen.
Roborovski Dwerghamsters zijn met name in de avond en nacht actief al willen ze overdag ook nog wel wakker worden als ze iets horen. Ze zijn van nature erg actief, nieuwsgierig en onderzoekend en als gevolg daarvan een plezier om naar te kijken.
Kleuren van de Roborovski Dwerghamster
De vacht van de Roborovski Dwerghamster is kort en zacht. De lengte is maximaal 9 mm. Deze hamsters kennen geen driebogenlijn, zoals bij de Campbelli en Russische Dwerghamster wel het geval is. Prominente witte vlekken bevinden zich boven elk oog en aan de basis van elke oorschelp. Hun oorschelpen zijn aan de voorkant grijsbruin, met de achterste helft en de binnenkant wit. Er zijn geen seizoensgebonden veranderingen in de kleur, het volume of de dichtheid van de vacht. Domesticatie heeft geleid tot veranderde vachtkenmerken in vergelijking met de wilde dieren. Wilde populaties hebben een iets grijzere tint in hun vacht, maar alle vachtvarianten worden grijzer tijdens de rui.
Tot voor kort bestond de Roborovski Dwerghamster alleen in de kleuren wildkleur en white-face. De genetica is bij roborovski’s decennia-lang onbekend gebleven. Er is onder de fokkers veel discussie geweest of het gen voor white-face recessief of dominant was. In 2009 is gebleken dat er niet één maar twee soorten white-face genen zijn, namelijk recessieve white-face en dominante white-face (links: recessief; rechts: dominant).
Het verschil in kleur is dusdanig beperkt dat hier in het verleden nooit aandacht aan is besteed. Daarnaast verkleurt dominante white-face in de loop der tijd en wordt recessieve white-face minder oranje-kleurig. Als gevolg daarvan is het kleurverschil op een leeftijd van 3-4 maanden al nauwelijks meer te zien.
De recessieve variant is het meest bekend en wordt regelmatig gefokt. De dominante variant is in de loop der tijd vrijwel verdwenen en is in 2009 vanuit enkele witte robbies teruggefokt.
Door de combinatie van beide white-face varianten is de kleur wit donkeroog ontstaan (links: wit donkeroog; rechts: platinum > 2 jaar). Deze kleur is nog zeer nieuw en ook nog niet vrij van gezondheidskwaaltjes. De witte robbies zijn over het algemeen vrij klein met een wat vreemd staande kop. Daarnaast zijn er helaas maar weinig die een schappelijke leeftijd behalen. Hopelijk zal dit binnen enkele jaren sterk verbeteren.
Gevlekte Roborovski Dwerghamster
In 2010 is daarnaast de gevlekte Roborovski vanuit Tsjechië via de groothandel naar Nederland gekomen. In eerste instantie werden alleen mannen aangeboden, waarschijnlijk om de populatie beperkt te houden in verband met het recessieve gen, maar inmiddels zijn ze in beide geslachten verkrijgbaar. De kleur is nog vrij nieuw en wat de combinatie met bijvoorbeeld white-face oplevert is vooralsnog niet bekend.
Daarnaast zijn de kleuren ‘cinnamon’ (lichtbruin met rode ogen) en ‘snowbear’ (wit met wildkleur vlek op kop) bekend. In 2009-2010 waren deze kleuren reeds in het buitenland in zeer beperkte aantallen te vinden, maar in 2011 is vooral ‘snowbear’ via de groothandel ook in Nederland gekomen (waarschijnlijk wederom vanuit Tsjechië).
GENETISCHE CODES
Het bovenstaande resulteert in de volgende genetische codes waarbij er vooralsnog twee allellen bekend zijn (+ = geen gen; wf = recessieve white-face; WFD = dominante white-face):
- Wildkleur: +/+ +/+
- Wildkleur, drager recessieve white-face: wf/+ +/+ (white-face kan tonen door witte vlek op kop, maar dit gebeurt niet in alle gevallen)
- Recessieve white-face: wf/wf +/+
- Dominante white-face: +/+ WFD/+
- Platinum: wf/+ WFD/+
- Wit donkeroog: wf/wf WFD/+
- Gevlekt: recessief gen, nog niet bekend of dit een afzonderlijk allel is en wat combi met white-face doet
- Cinnamon: recessief gen, nog niet bekend of dit een afzonderlijk allel is en wat combi met white-face doet