ANATOMIE

ANATOMISCHE TEKENING VAN EEN HAMSTERDe Russische Dwerghamster behoort tot de kortstaart dwerghamsters en heeft inderdaad ook een best kort staartje van ongeveer 6-1,8 cm met een wit puntje op het einde. Het hoofdje is slechts 5,3 cm en het lichaam gemiddeld 10,2 cm.

  1. Slokdarm – Oesophagus
  2. Luchtpijp – Trachea
  3. Lymfeknopen – Nodus lymphaticus
  4. Longen – Pulmo
  5. Galblaas – Vesica fellea
  6. Alvleesklier – Pancreas
  7. Dikke darm – Intestinum crassum
  8. Dunne darm – Intestinum tenue
  9. Blaas – Vesica urinaria
  10. Bijbal – Epididymis
  11. Bijoorspeekselklier – Glandula parotis
  12. Ondertongspeekselklier – Glandula
  13. Hart – Cor
  14. Lever – Iecur
  15. Derde ventrikel – Ventriculus
  16. Maag – Ventriculus
  17. Milt – Lien
  18. Blinde darm – Cecum
  19. Zaadleiders – Ductus differens
  20. Zaadblaas – Vesicula seminalis
  21. Teelbal – Testis
  22. Penis – Penis
  23. Anus – Anus

ANATOMIE EN FYSIOLOGIE

Als eerste gaan we even een paar basisbegrippen uitleggen:

  • Organisme = het dier zelf.
  • Orgaansysteem = eigenlijk een aantal die samen een functie hebben (orgaanstelsel).
  • Orgaan = een onderdeel van het orgaanstelsel dat een bepaalde functie heeft.
  • Weefsel = een aantal die een bepaalde functie hebben.
  • Cel = het kleinste levende deeltje dat bestaat.

SKELET VAN EEN DWERGHAMSTER

Het skelet van een Russische Dwerghamster is opgebouwd uit een groot aantal botten. Deze kun je het makkelijkst in drie groepen delen:

  1. Pijpbeenderen
  2. Platte beenderen
  3. Overige beenderen

Op de volgende afbeelding heb ik de belangrijkste botten van de dwerghamster benoemd en weergegeven. Ik heb bewust niet alle botten benoemd, zodat het enigszins overzichtelijk blijft.

  1. hamster anatomie skelet tekeningSchedel – Cranium
  2. Oogkas – Orbita
  3. Neusbeen – Os nasale
  4. Kies – Molaren
  5. Snijtanden Boventanden – Dentes incisivi (superior)
  6. Snijtanden Ondertanden – Dentes incisivi (inferus)
  7. Onderkaak – Mandibula
  8. Opperarmbeen (schouder) – Humerus
  9. Vingerkootjes – Digius (anterior)
  10. Ellebooggewricht – Articulatio cubiti
  11. Borstbeen – Sternum
  12. Vingerkootjes achter – Digitus
  13. Scheenbeen – Tibia
  14. Voetwortelbeenderen – Tarsus
  15. Kuitbeen – Fibula
  16. Dijbeen – Femur
  17. Stuit – Os coccygis
  18. Bekken – Pelvis
  19. Knieschijf – Patella
  20. Lendenwervel – Vertebrae lumbale
  21. Ribben – Costae
  22. Schouderblad – Scapula
  23. Halswervels – ebrae cervicales

hamster skelet tekening

hamster schedel rontgenEen mooi voorbeeld van een pijpbeen is het dijbeen. Deze bestaat uit een lange schacht , hol van binnen en dus net een pijp. Aan de uiteinden van de schacht is een pijpbeen hol of juist bol. Het bestaat net als alle botten uit botweefsel en is omgeven door beenvlies. Pijpbeenderen komt je tegen in de ledematen en dienen voornamelijk voor de voortbeweging.

Een mooi voorbeeld van deze groep is wel het schouderblad, dan is ook meteen duidelijk waarom deze zo worden genoemd. Ze zijn breed en lang, maar niet dik. Deze botten hebben een belangrijke functie, nl het beschermen van de onderliggende structuren. Daarom zie je deze botten ook terug in de schedel,  het bekken en de schouder. De ribben worden ook meegerekend tot de platte beenderen. Deze botten bieden door hun bouw een goede bevestigingsmogelijkheid voor de spieren. Daarbij maken platte beenderen bloedcellen aan.

Een derde en laatste groep zijn de overige beenderen, zoals wervels, pootjes etc. Deze zijn mini of meer kubusvormig.


BOTVERBINDINGEN VAN EEN DWERGHAMSTER

Botten zijn natuurlijk met elkaar verbonden en dit kan op een aantal manieren onderscheid makend in de mate van bewegelijkheid:

  1. Onbeweeglijke verbindingen, hierbij vallen de botten in elkaar als een puzzel.
  2. Weinig bewegelijke verbindingen, dit is door middel van kraakbeen.
  3. Bewegelijke verbinding, door middel van spieren en gewrichten.

SPIEREN VAN EEN DWERGHAMSTER

Alleen met een skelet komt een hamstertje niet ver, om deze te kunnen bewegen heeft hij spieren nodig.
Spieren hebben het vermogen tot samentrekken. De spieren die aan het skelet vastzitten heten dwarsgestreepte spieren, deze kan de hamster bewust samentrekken (willekeurige spieren).
Spiergroepen:

  • Spieren van de kop
    Denk hierbij aan de kaakspier en de mimische spieren. Wat de kaakspieren doen weten we allemaal wel, deze zorgen ervoor dat het diertje kan kauwen. Maar wat doen de mimische spieren toch? Deze zorgen voor de gezichtsuitdrukking. Bij een hamster zul je niet zoveel zien als bij een ander dier maar deze spieren zorgen o.a. voor het bewegen van de oortjes.
  • Spieren van de nek en de rug
    De hele vervelkolom wordt omhuld door spieren. Deze spieren kunnen ingedeeld worden in: rugstrekkers (deze kunnen van de rug van een hamster een U maken), rugbuigers (deze trekken de rug bol).
  • De spieren van de borstkas
    De spieren die aan de borstkas vastzitten zijn er voor twee belangrijke dingen: ademen en bewegen van de voorpootjes.
  • Spieren van de voorpootjes (biceps en triceps)
    De spieren van de voorpootjes worden verdeeld in strekkers (triceps) en buigers (biceps).
  • De buikspieren
    Er zijn vier buikspieren: binnenste schuine buikspier, buitenste schuine buikspier, rechter en linker buikspier.
  • De spieren van bekken en de achterpoten
    De spieren van de achterpoot kun je ook weer verdelen in strekkers en buigers.
  • De Staartspier
    Deze zorgt ervoor dat het staartje kan bewegen.

SPIJSVERTERING VAN EEN DWERGHAMSTER

Het spijsverteringsstelsel (tractus of digestieapparaat genoemd) heeft eigenlijk een transport functie net als het circulatie en het ademhalingsapparaat. Het voedsel wordt vervoerd van buiten naar het bloed toe en de reststoffen verlaten het lichaam via de darmen.
De hamster gaat eten als hij honger krijgt. In de hersenen ligt een groepje die meet de hoeveelheid druivensuiker (glucose) in het bloed. Als de hersenen merken dat er te weinig glucose (en andere stoffen) in het bloed is. Krijgt de hamster honger en zal de maag beginnen te rommelen.

Dorst ontstaat als de hersenen waarnemen dat het slijmvlies van de mond te droog wordt en/of als het bloed te ‘dik’ wordt.


DE REUK VAN EEN DWERGHAMSTER

Voordat een hamstertje iets gaat eten zal hij eerst de geur ervan gaan verkennen. De geur is namelijk maatgevend voor de smaak van het voedsel. De interpretatie van die geur is gebaseerd op een ingewikkeld samenspel in de hersenen van enerzijds instinct en anderzijds herinnering. Als de geur in de smaak valt, zullen de hersenen de speekselklieren aanzetten tot productie van speeksel in de mond.
Het spijsverteringsapparaat van een hamster bestaat uit:

  • Mondholte ( lat. cavum oris)
  • Keelholte (lat. farynx)
  • Slokdarm (lat. Oesophagoes)
  • Maag (lat. Gaster, ventriculus)
  • Darmen (lat. Intestinum)
  • Lever (herpar)
  • Alvleesklier (lat. Pancreas)

gebit van een hamstertanden van een russische dwerghamsterGEBIT VAN EEN DWERGHAMSTER

Zoals je waarschijnlijk al weet, wordt het gebit van een knaagdier gekenmerkt door de snijtanden (lat. Dentes incisivi). Een hamster heeft twee snijtanden aan de bovenkant en twee aan de onderkant, verder hebben Russische Dwerghamsters nog 6 kiezen (lat. Dentes morales) zowel boven als onder.

Deze dieren bezitten dus geen hoektanden.
De snijtanden hebben geen wortels, daarom groeien ze ook als maar door en aan de voorkant hebben ze een emaille-laag (glazuur).
Doordat de tanden tijdens het eten (knagen) over elkaar heen bewegen, slijten ze. In het wild heeft een hamstertje alle mogelijkheid om zijn tanden te slijten maar in gevangenschap is hij afhankelijk van zijn baasje en dus moeten we onze huisvriend ten regelmatig iets te knagen aanbieden.


DE LIPHOEKKLIER VAN EEN DWERGHAMSTER

Zoals je op de foto goed kunt zien hebben dwerghamstertjes boven en onder tanden.
Links en rechts in hun mondhoeken hebben zij echter klieren zitten, deze worden ook wel Liphoekklieren genoemd en komen bij het hamstergeslacht Pholopus (Russische Dwerghamster, Campbelli Dwerghamster en Roborovski Dwerghamster) voor.

de liphoekklier van de dwerghamster

Deze klieren zijn eind jaren tachtig en begin jaren negentig van de vorige eeuw door Russische wetenschappers onderzocht, hierbij viel het op dat de klieren zowel bij mannetjes als vrouwtjes voorkomen en zitten vlakbij de ingang van de wangzak. Ze zijn bij de geboorte al aanwezig, maar ze groeien erg snel na een leeftijd van 10 dagen en de 10 dagen die daarop volgen. In dezelfde periode worden de jongen minder afhankelijk van hun moeder en gaan langzaam a zeker vast voedsel eten.

De Liphoekklieren scheiden een wit-gele stof uit. Er is door enkele wetenschappers o.a. uit Zuid Afrika, Duitsland en Rusland onderzoek gedaan naar de chemische samenstelling. Het stinkt trouwens ook. De wetenschappers vonden wel 35 verschillende soorten vluchtige stoffen en dat is waarschijnlijk maar een klein gedeelte. De volgende stoffen zijn o.a. aangetroffen:

  • Diwaterstof-sulfide
    Ook wel zwavelwaterstof genoemd, lijkt een beetje op de geur van rotte eiren en ontstaat tijdens de rotting van vele zwavelhoudende organische stoffen, zoals eiwitten bijvoorbeeld. Dit stofje komt normaalgesproken voor in aardag en darmgassen. Het langdurig inademen van dit gas kan gevaarlijk zijn.
  • Trimethylamine
    of TMA, één van de drie methylamines, is een kleurloos, brandbaar gas dat reeds bij zeer kleine concentraties een sterke visgeur verspreidt.
  • Boterzuur
    Is een primair carbonzuur met een zeer onaangename geur. Het hoort bij de verzadigde vetzuren met een korte keten
  • vitamine B12

Ook zijn er bacteriesoorten aangetroffen:

  • Streptococcus faecium
  • Microbacterium Oxydans

Wat de klieren precies doen is voor een groot gedeelte nog onbekend, wel weten we dat deze betrokken zijn bij de goede ontwikkeling van de jongen. De wetenschappers hebben een experiment uitgevoerd waarbij ze de klieren bij enkele jongen hebben verwijderd, dit resulteerde in:

  • groeiachterstand
  • duurt langer voordat de hamsters geslachtsrijp worden
  • immuunsysteem gaat achteruit
  • meer jongen gaan dood, dit met name door bacteriële darminfecties en overmatige gasvorming in de ingewanden.

Verder bleek dat jonge mannetjes gevoeliger zijn voor het weghalen van de klieren dan jonge vrouwtjes. Het gekke is als de geopereerde jongen de afscheiding van niet geopereerde jongen of ouders kunnen oplikken dan vertonen ze geen problemen. Uit een later onderzoek bleek dat de bacteriën die in de afscheiding zitten een belangrijke rol spelen in de vorming van de darmflora van de diertjes.

De afscheiding van deze klieren spelen verder geen grotere rol in de seksuele communicatie van de dieren, dit in tegenstelling tot de buiklier welke dat welk doet.

Daarnaast is het ook goed mogelijk dat de afscheiding van de klier een afweersysteem is omdat het opvalt als hamsters schrikken of bang zijn, zij hun bek open gooien en er een vieze geur uit kan komen. Ik kan me voorstellen dat dit afschrikt… mij in ieder geval soms wel :p

(c) Dr. Marcel AG van der Heyden

DE TONG VAN EEN DWERGHAMSTER

Hamsters hebben maar een klein tongetje. Deze bestaat uit sterke, dwarsgestreepte spierbundels. Het achterste gedeelte van de tong is versterkt met een aantal botjes: de tongbotjes. Zij vormen het skelet van de tong en zijn verbonden met het strottenhoofd.
De tong is verder bedekt met slijmvlies, dat heel veel uitsteekseltjes heeft. Deze noemt men papillen.
Er zijn twee soorten papillen:
Ten eerste lange dunne papillen die sterk verhoornd zijn. Deze zijn er om het werk van de tong te vergemakkelijken door het voedsel heen en weer te bewegen en het de keel in te duwen. Je kunt deze bijvoorbeeld bij de kat zeer goed voelen.
De tweede soort papillen is veel kleiner en plat. Ze beschikken over zintuigcellen, die de smaak van voedsel en vloeistoffen waarnemen. Onder de kleien papillen liggen hele kleine speekselkoeren. Zij spoelen de eenmaal waargenomen smaakstoffen weg, zodat de zintuigcellen nieuwe stoffen kunnen waarnemen. Vlak onder het slijmvlies van de tong liggen cellen die pijn en druk kunnen waarnemen.

Maar de hamstertjes gebruiken hun tong niet alleen om te eten maar ook om te drinken, hierbij wordt de tong als een soort lepel gebruikt. De tong wordt in water gedoopt en het water blijft tussen de papillen steken. Hamsters drinken dus niet door te zuigen, dit doen ze alleen als ze nog heel jong zijn en melk bij hun moeder drinken.


DE SLOKDARM VAN EEN DWERGHAMSTER

Vanuit de mond komt het voedsel in de keel en vervolgens in de slokdarm. Dit is een lange dunne buis die tussen de keel en de maag ligt. Via de slokdarm wordt het voedsel getransporteerd naar de maag.


DE MAAG VAN EEN DWERGHAMSTER

In tegenstelling tot ratten, muizen en cavia’s met een simpele maag, hebben hamsters, net als woelmuizen, een maag die uit twee verschillende kamers bestaat: een verhoornde, niet-klierachtige voormaag gescheiden van een kliergebied (pylorus) door sluitspierachtige spierplooien in de rand (Reznik et al., 1978) die de beweging van de voedselbrij van de slokdarm naar de twaalfvingerige darm regelen. Een embryologisch onderzoek heeft aangetoond dat de voormaag van oorsprong uit de maag is en geen slokdarmderivaat (Vorontsov, 1979). De structuur en functie van de voormaag is vergelijkbaar met de pens van herbivoren (Takahashi en Tamate, 1976; Borer, 1985). De voedselbrij komt via de voormaag binnen vanuit de slokdarm en gaat in 10 tot 60 minuten over in de glandulaire maag (Ehle en Warner, 1978). Kunstyr (1974) merkte op dat de concentratie van micro-organismen hoger is in de voormaag dan in het kliergebied. Sakaguchi et al. (1981) toonden aan dat de voormaag helpt bij het gebruik van voedingsureum.

Normaal gesproken zijn dieren na de zoogtijd lactose intolerant, het lijkt er echter op dat de voormaag van de hamster lactose toch nog goed kan afbreken.


DE DARMEN VAN EEN DWERGHAMSTER

maag en darmen van de dwerghamsterNa de vertering in de maag is het voedsel vloeibaar geworden en gaat het naar de darmen toe. Dit lange kronkelende orgaan vult het grootste gedeelte van de buikholte (lat. Abdomen). Hamsters hebben een lange darm, omdat zij planteneters zijn.

De blindedarm van de hamster is een J-vormige structuur met talrijke laterale saccumulaties en heeft meer volume dan de maag (Krueger en Rieschel, 1950; Magalhaes, 1968).

De darm is net als de maag middels het peritoneum opgehangen dit heet ook wel de darmscheil.
De wand van de darm bestaat uit vier lagen:

  1. Het slijmvlies aan de binnenkant
  2. 1e spierlaag
  3. 2e spierlaag
  4. Serosa deze maakt deel uit van het peritoneum (darmscheil).

Als we verder kijken zien we dat de darm uit twee delen bestaat, nl: De dunne darm en de dikke darm.
De taak van de dunne darm is het verder verkleinen van het voedsel. Hier vindt het resorberen (opnemen) van het voedsel plaats, de verkleinde voedseldeeltjes worden door de darmwand opgenomen en aan het bloed afgegeven.

De rol van de dikke darm is bij de hamster groter. Hier vindt namelijk de vertering van het harde plantaardige (celulose) voer van de hamster plaats. Het valt niet mee om het plantaardige voedsel op te nemen, maar daar heeft de hamster wat op bedacht: Coprofagie.
Coprofagie (het eten van eigen ontlasting) komt voor bij de dwerghamster en dient om vooral plantaardige voedingsstoffen op te nemen en daarnaast voedingsstoffen die door de microbiële organismen in de dikke darm zijn gemaakt.

Tijdens de spijsvertering in het darmkanaal ontstaat vitamine B12. Door de ontlasting op te eten krijgen de dieren deze vitamine binnen.
De ontlasting wordt vervolgens in het eind gedeelte van de dikke darm (het rectum) opgeslagen totdat de hamster de gelegenheid heeft zich te ontlasten.

Het allerlaatste deel van het rectum is de anus, deze heeft de taak om het darmkanaal af te sluiten.


DE ZENUWEN VAN EEN DWERGHAMSTER

De belangrijkste taak van het zenuwstelsel van en Russische Dwerghamster is het lichaam op een goede manier op veranderingen te laten reageren. Deze veranderingen kunnen zowel binnen als buiten het lichaam plaatsvinden. In eerste instantie worden deze veranderingen door de zintuigen waargenomen. Denk hierbij aan een geur die de hamster ruikt of een aanraking die hij voelt of een geluid dat hij hoort.
De ogen nemen bijvoorbeeld een deel van de buitenwereld waar, maar er zijn ook zintuigen die binnen het lichaam op veranderingen reageren. De gegevens/prikkels die door de zintuigen worden waargenomen worden door zenuwcellen beoordeeld. Herna moet er een reactie komen. De zenuwcellen geven in dat geval een bevel naar aan een ander orgaan dat deze iets moet doen (reactie op de prikkel). Een hamster hoort bijvoorbeeld iet (zijn oren nemen iets waar), vervolgens kan hier een reactie op volgen of niet. Indien hier een reactie op moet volgen dan zenden de zenuwcellen en prikkel naar de spieren en het dier zal bewegen om bijvoorbeeld weg te rennen.
Het zenuwstelsel bestaat uit twee onderdelen:

  1. Een coördinerend/ regelend deel dat ook wel het centrale zenuwstelsel noemt.
  2. Het tweede deel heet het perifere zenuwstelsel. Dit voert prikkels van de zintuigen naar het centrale zenuwstelsel en brengt bevelen van het centrale zenuwstelsel naar de rest van het lichaam.

Centraal zenuwstelsel = de hersenen en het ruggenmerg.
De hersenen van een hamster bestaan uit:

  • De grote hersenen (telencefalon)
  • De tussenhersenen (di-encefalon)
  • De middenhersenen (mesencefalon)
  • De kleine hersenen (cerebellum)
  • Verlengd merg (medulla oblongata)

Het zenuwstelsel coördineert de acties van de andere organen van het lichaam van de hamster (reactie op verandering binnen het lichaam). Tevens laat het zenuwstelsel het lichaam reageren op veranderingen in de buitenwereld. Dit doet het zenuwstelsel door middel van prikkeling door zenuwen (bijvoorbeeld door een zenuwcel een spiercel te laten samentrekken).
Door het afgeven van hormonen die direct het gewenste effect hebben (adrenaline wordt aangemaakt als de hamster heel erg schrikt waardoor hij een energiebom krijgt en snel kan vluchten). Het afgeven van hormonen gebeurt via de hypothalamohypofysaire-as of via zelfstandige terugkoppelsystemen van diverse endocriene klieren. Veel ziektes vinden hun oorsprong in het helaas niet of niet goed functioneren van deze klieren.