LABORATORIUM ONDERZOEK

Laboratoriumonderzoek voor Hamsters

medi test strips laboratorium
Controleer de kleuren

Laboratoriumonderzoek bij hamsters wordt minder frequent uitgevoerd dan bij honden of katten. Toch kan het waardevol zijn, vooral bij gezondheidsproblemen die lastig klinisch te diagnosticeren zijn. In mijn praktijk heb ik een klein laboratorium ingericht met meetapparatuur die ik gebruik om de gezondheid van mijn hamsters nauwkeurig te monitoren.


VOORZORGSMAATREGELEN URINEONDERZOEK

  • Gebruik schone materialen: Potjes, pipetten en opvangbakjes moeten schoon zijn om verontreiniging van het monster te voorkomen.
  • Bewaren van urine: Kan de test niet binnen een uur plaatsvinden, bewaar het monster dan in de koelkast.
  • Opslag van teststrips: Bewaar deze op een koele, droge plaats (maar niet in de koelkast), goed afgesloten met het droogmiddel erin.
  • Gebruik van strips: Houd de strip horizontaal bij het aflezen om vermenging van vakjes te voorkomen.
  • Controleer altijd de vervaldatum van de strips.

TESTSTRIPS

Teststrips vallen onder kwalitatief of semi-kwantitatief onderzoek. Kwalitatief onderzoek toont aan of een stof aanwezig is; semi-kwantitatief geeft een schatting van de hoeveelheid via verkleuring.

  • Verkleuring testvakje: geeft aan of de stof afwezig, spoortje (trace), positief of sterk positief aanwezig is.
  • Er bestaan vele soorten strips, met variërende aantallen testvakjes.

Zelf gebruik ik Medi-Test strips voor glucose en aanvullende strips voor uitgebreider urineonderzoek. Elke parameter heeft een specifiek testvakje met chemische stoffen die reageren bij aanwezigheid van de betreffende stof.


GLUCOSE

Glucose hoort niet in de urine aanwezig te zijn. Wordt het wel gevonden, dan kan dit wijzen op:

  • Verhoogd bloedsuikergehalte (bv. bij diabetes mellitus)
  • Verlaagde nierdrempelwaarde

Bij knaagdieren, waaronder hamsters, kan stress tijdelijk de bloedsuiker verhogen. Daarom is interpretatie contextafhankelijk.


KETONEN

Ketonlichamen zijn afbraakproducten van vetten en horen niet in urine aanwezig te zijn. Bij detectie kan sprake zijn van:

  • Ondervoeding
  • Diabetes mellitus
  • Ernstige stress of ziekte

Test alleen met verse urine: aceton is vluchtig en verdampt snel.

  • Negatief = geen verder onderzoek nodig
  • Positief = nader onderzoek noodzakelijk

BLOED

Sporen van bloed in urine kunnen wijzen op:

  • Hematurie: aanwezigheid van rode bloedcellen (erytrocyten)
  • Hemoglobinurie: aanwezigheid van hemoglobine (bij afbraak van bloedcellen)

Microscopisch onderzoek kan het onderscheid verduidelijken.


PH-WAARDE

De pH van urine geeft de zuurgraad aan. Hamsterurine is meestal licht zuur (pH 4-6), met de laagste waarde ’s ochtends. De pH kan beïnvloed worden door:

  • Dieet
  • Nierfunctie
  • Ademhalingsproblemen
  • Metabole stoornissen

EIWIT (PROTEÏNEN)

Ochtendurine is het meest geschikt voor eiwitanalyse. Eiwit in urine – met name albumine – wijst vaak op:

  • Nierproblemen (de nieren lekken eiwit)
  • Urineweginfecties (ontstekingsreactie)

Normaal gesproken zijn eiwitten nauwelijks meetbaar. Bij herhaalde positieve resultaten is verder onderzoek aangewezen.


NITRIET

Nitriet is een afbraakproduct van nitraat, omgezet door bepaalde bacteriën (voornamelijk Gram-negatief). Aanwezigheid kan wijzen op een urineweginfectie.

  • Positief: aanwijzing voor infectie
  • Negatief: sluit infectie niet uit (sommige bacteriën zetten nitraat niet om)

Fout-positieven kunnen ontstaan bij te lang staan van de urine, fout-negatieven bij te korte verblijftijd in de blaas.


LEUKOCYTEN

Witte bloedcellen (leukocyten) zijn normaal niet of nauwelijks aanwezig. Een verhoogde waarde wijst meestal op:

  • Blaas- of urineweginfectie (pyurie)

BILIRUBINE

Bilirubine is een afbraakproduct van hemoglobine. Normaal komt het via gal naar de darmen en wordt daar uitgescheiden. Slechts een klein deel komt via de nieren naar buiten. In urine aangetroffen bilirubine kan wijzen op:

  • Galwegobstructie (bv. galstenen, tumoren)
  • Leveraandoeningen (bv. hepatitis, tumoren)

Bij verstopte galwegen komt bilirubine niet in de darmen terecht, maar wordt het via de nieren uitgescheiden:

  • Galwegobstructie: bilirubine in urine, ontlasting stopverfkleur
  • Leverprobleem: bilirubine in urine, ontlasting normaal van kleur

Bij knaagdieren kan de interpretatie van ontlastingskleur lastig zijn. Let vooral op veranderingen in consistentie en geur.


AFWIJKENDE TEST? → CONSULTEER DE DIERENARTS

Bij afwijkende resultaten is het verstandig om contact op te nemen met een dierenarts voor aanvullend onderzoek. Urinetests zijn indicatief, maar geen sluitende diagnosemiddelen.